Het lot van de Belgische commandobunker uit WO II tijdens de Duitse Bezetting van het Citadelpark te Gent - mei 1940 tot september 1944.

Citadelpark Gent

Buskruitfabriek Cooppal Wetteren

Vliegvelden WO I Regio Gent

WO I Munitiepark Kwatrecht

De Dodendraad

De Hollandstellung - Duitse WO I bunkerlinie

Reichsschüle Flandern - SS-School Kwatrecht

Duitse Atlantic Wall Radarpost - Goldammer

WOI en II Munitiedepot De Ghellinck Zwijnaarde

Duitse gangen onder centrum Gent WOII

Publieke WOII Schuilplaatsen Groot Gent

Het Fort van Eben Emael

KW-linie

WO I - Kwatrecht - Melle

18 daagse veldtocht gekoppeld aan TPG

Neergestorte B17 te Kwatrecht 19-09-1944

De bevrijding WO II van de regio rond TPG

Details van de legers:

Gesneuveldenlijsten:

Contact en onbeantwoorde vragen

Media-aandacht

Copyright

Links

Het militaire verleden van het Gentse Citadelpark

Het lot van de Belgische commandobunker tijdens de Duitse bezetting gedurende WO II - 1940 - 1944.

Tussen 23 en 24-05-1940 viel tijdens de 18-daagse veldtocht de stad Gent in Duitse handen. Bijkomend kwam ook de bunker en de Leopoldkazerne in Duitse handen. Voor sommige van de Duitse activiteiten liepen deze overlappend tussen bunker en Leopoldkazerne, voor anderen gescheiden.

Vanaf het ogenblik dat Gent in handen viel van de Duitsers, werd al vrij snel de Leopoldkazerne door de Duitse bezetter in gebruik genomen. In eerste instantie vestigde zich hier het Duitse Pioniersbataljon 651 (Genietroepen). Deze moesten instaan voor het herstellen van de vele wegvernielingen en vooral de massa's bruggen die tijdens de 18 daagse veldtocht in de omgeving van Gent waren opgeblazen.

Allicht eind 1940, begin 1941 werd zowel gedeeltelijk de kazerne als de bunker ingenomen door de 10e Kompanie Luftnachrichten von Belgien und Nord-Frankreich. Deze eenheid hield zich bezig met het opvolgen van voor hen vijandelijk (geallieerd) luchtverkeer boven België en Noord-Frankrijk. Hiervoor was zeker de bunker ook uiterst geschikt omdat dit een functie was die sterk aansloot bij zijn origineel Belgisch concept. Vergeet niet dat de bunker beschikte over een zeer uitgebreid en degelijk telefonienetwerk dat los stond van het burgerlijke telefonienet.

De 10e Komp Luftnachrichten gebruikte alvast ook het hoekhuis dat ooit stond waar op onderstaande streetviewfoto heden een totaal ander gebouw staat. Dit is de hoek van de Astridlaan en de Oostendestraat. Dit sluit dus vrij kort aan bij de zuidkant van het Citadelpark. Deze locatie kon slechts worden teruggevonden met de hulp van Peter Taghon want op basis van wat je heden nog ziet, is deze totaal niet meer te plaatsen.

De beide originele hoekgebouwen, voor en achter het kruispunt, bestaan heden niet meer. Het enige wat nog beperkt herkenbaar is, is in feite de licht oplopende weg zelf.

(Foto's onder: Fotoboek 10e Komp Luftnachrichten - Collectie Peter Taghon - Rechts: Google streetview)

Links: Duitsers van de 10e Komp Luftnachrichten op het brugje van de rotsenstructuur aan Bastion 5 in het Citadelpark (Oude foto: Replica)

2 zichten in de Leopoldkazerne toen deze alvast ook werd gebruikt door de 10e Komp Lüftnachrichten. Links een telefoniekamer, rechts een van de gangen van de kazerne (Foto's: Collectie Peter Taghon uit Fotoboek 10e Komp Luftnachrichten)

Onderstaande tijdelijk opengemaakte doorgang vanuit het eerder genoemde blok D (tegen de Charles De Kerckhovelaan) in de kelders, bewijst dat er wel ooit voor de activiteiten van bovenstaande eenheden een link was tussen hun activiteiten in het park en deze in de kazerne. Zoals op de foto's te zien, liep de gang eerst met beperkt wat tredes nog wat naar beneden om dan onder de Charles De Kerckhovelaan te verdwijnen. Bij het herontdekken vanuit de kazerne bleek de gang alvast enkele meters verder volledig verstopt met puin en grond. De toegang die u hier ziet is sowieso achteraf ooit opnieuw dichtgemaakt en zal allicht heden allicht nog moeilijk te traceren vallen in de kelder. Dat deze gang zou geleid hebben tot in de bunker is een fabel. Daarvoor is de afstand veel te groot en niets duidt inwendig in de bunker op die ooit bestane doorgang. Dit zou toch sporen moeten achtergelaten hebben, als dit ooit zo was. Deze gang is trouwens bij wegenis- en rioleringswerken aan de Charles De Kerckhovelaan ooit bij toeval herontdekt en toen zeker zwaar beschadigd. Het blijft dus jammer dat men van dergelijke momenten van archeologiediensten geen gebruik maakt dit verder uit te klaren, helaas.

Beide foto's dateren van een opendeurdag in de Leopoldkazerne, allicht te situeren rond het jaar 2000. (Beide foto's: Collectie Jaak Vanderghote)

Wat de functie van de gang was, is alvast ook nooit duidelijk geweest. Veel kans dat dit zelfs ooit enkel een soort van kabeldoorgang naar het park aan de overzijde van de straat is geweest. Mogelijks was er daar ooit tussen de Charles De Kerckhovelaan en de huidige kiosk een uitgang of luik waar dit ooit opnieuw aan het oppervlak kwam. Weet dat dergelijke gangen door de band heel vaak leiden tot overdreven fantasie en onmenselijke lengtes maar jammer genoeg bij degelijk uitklaren eindigen met niet kloppende data en fabels blijken te zijn. Het bewijst dat er is dus ooit wel degelijk een rechtstreekse verbinding is geweest tussen blok D van de Leopoldkazerne en het Citadelpark met zijn bijhorende militaire functies tijdens de Duitse WOII bezetting maar wat en hoe, blijft tot op heden ook een van de mysteries van het Citadelpark.

Vanaf 26 juni 1941 werd de Leopoldkazerne, blok D, bezet door het 22e Fliegerausbildung Regiment. Oberleutnant Helmut Muller was hun Kompanie Commandant. Hun bevelhebber was Oberst Friedrich Wilhelm Wichard. De taak van deze eenheid bestond er uit de basisopleiding te geven voor het grondpersoneel dat tewerkgesteld zou worden op Duitse vliegvelden in België en Noord-Frankrijk.
Gekoppeld aan de activiteiten van de 10e Komp Lüftnachrichten von Belgien und Nord-Frankreich werd in 1941 één van de torens van de kazerne onthoofd en voorzien van een onbekend type radar waarvan u hieronder een schets kunt zien zoals geschetst door het Belgisch verzet. (Schetsen: Collectie G. Mineur)

Aansluitend bij deze activiteiten werden al snel een 30 tal Helferinnen, in de volkmond Grijze Muizen in dienst genomen. Zij waren eerder in gelijkaardige taken tewerkgesteld geweest in Brugge. Hun naam grijze muizen kwam enerzijds door hun grijze militaire kledij en anderzijds uit het feit dat het vrouwen waren. Zij werden in dienst genomen voor de dienst FLUKO (dienst telefonie, telexen en radar) en de dienst FLUWA (de vliegwacht).

Deze grijze muizen logeerden in eerste instantie in het Sint Pietersinstituut op de Albertlaan.

Links: Grijze muizen verlaten hun toenmalig verblijf in het Sint Pieters Instituut langs de Albertlaan. Heden is die toegang nog vlot herkenbaar maar zit de rest van het gebouw vrij sterk verscholen achter reclamepanelen. (Oude foto: Fotoboek 10e Komp Luftnachrichten - Collectie Peter Taghon - Actuele foto: Google Streetview)

Vanaf juni 1943 werd ditzelfde kazernegedeelte bezet door de 4e Marine Kompagnie Funkmessabteillung. Deze eenheid was voorheen in De Haan aan de kust gevestigd maar werd verhuisd naar de Leopoldkazerne in Gent.

Ze probeerden vanaf deze locatie signalen op te vangen van vijandelijke vliegtuigen in de regio. Voor hun activiteiten werkten ze zowel in de bunker als op de Leopoldkazerne.

Soldaten van de Funkmess-Abteillung laten zich fotograferen in het park. Op de achtergrond zie je het toegangschalet horende bij de bunker. (Foto: Collectie Georges Antheunis)

Vanaf 15 februari 1944 werden de 3 overige torens van de Leopoldkazerne ook ontmanteld en voorzien van een platform. In totaal werden 4 draaibare radars op deze torens opgesteld. Afhankelijk van de stand waarin deze ten opzichte van elkaar stonden georiënteerd, stonden zij in rechtstreeks contact met andere zendposten in vooral West-Vlaanderen.

Zo wist de Belgische geheime inlichtingendienst (MARC) op 13 maart 1944 deze info te ontfutselen en door te spelen over "een poste emeteur longeur d'ondes de 86 cm (very high frequentie 30 tot 300 MHz) die af en toe bleek te verbinden met een ontvangstpost op de Kluisberg in Kluisbergen. Daarnaast werd er na verder onderzoek nog courant verbinding gemaakt met Post 17a - Westkerke, Post 17b - Gistel, Post 18 - Wenduine en Post 19 - Knokke.

Het staat zo goed als vast dat in deze periode de kazerne rechtstreeks was verbonden met de commandobunker en zo de geallieerde vliegtuigbewegingen op "Würtzburgtafel" of een "Seeburgtafel" uitgezet en gevolgd konden worden.

Later, en dan spreken we al over rond 15 juli 1944 verhuisden de Grijze Muizen naar een locatie dichter bij hun plaats van tewerkstelling in de Leopoldkazerne, namelijk naar het herenhuis op de hoek van Charles De Kerckovelaan en Eekhout, aansluitend bij de Leopoldkazerne. Bij de werken sinds 2021 aan de kazerne, valt deze locatie echter nog amper terug te vinden.

Links: Oude foto met een aantal Grijze muizen voor het respectievelijke herenhuis (Collectie Peter Taghon uit fotoboek 10e Komp Luftnachrichten). Rechts een gelijkaardig zicht op Google Streetview toen het nog herkenbaar was in 2021.

In 1944 werd de 10e Kompanie Luftnachrichten von Belgien und Nord-Frankreichvoor zijn activiteiten afgelost door Fluchwachtcommando 10 - B.N. Gent, een eenheid waarover voorlopig weinig info te vinden is.

Rond 15 juli 1944 komen het verzet berichten ter ore dat de Duitsers in het park vrij grote werken aan het uitvoeren zijn rondom hun telefooncentrale in de bunker. Er worden rond die periode heel wat herenhuizen in de Leopold II laan die uitkijken op de nabijheid van de bunker geëvacueerd, allicht omdat men er geen pottenkijkers wenst op hun activiteiten in het park. Rond deze periode verschijnen er ook extra uitgangencomplexen in de nabijheid van de bunker in het park.

De situatie in het Citadelpark tijdens de Duitse bezetting

Het Citadelpark was toen net zoals het heden een publiek park is, vrij toegankelijk en bezoekbaar voor de burgerbevolking. Het gedeelte van het park dat echter rechtstreeks bij de bunker was betrokken, werd al vrij snel Duits Spergebiet en die zone kon dus tijdens de bezetting door de burgerbevolking niet meer vrij betreden worden. Het werd omheind met prikkeldraad en directe wegels er naartoe werden afgesloten met Friese ruiters.

Een zeldzame foto van de bunker anno 1941. Je kijkt hier op de nooduitgang tegen de Norbert Rousseaudreef. Er was dus in die periode een spergebied dat nog beperkt was tot direct rond de bunker zoals hier te zien. (Foto: Collectie Georges Antheunis)

In de periode 1942 -1943 verschenen bijkomend 2 houten chalets in het park nabij de rand van het park tegen de Charles De Kerckhovelaan, voorbij de kiosk. De functie van deze gebouwtjes was deze van een wachtlokaal voor de soldaten die het Spergebied dienden te bewaken.

Schets van een van deze chalets zoals ooit gezien door Mr Ghislain Mineur. Ze waren uitwendig grasgroen geschilderd met witte luiken met daarop rode driehoeken.

Merkwaardig genoeg wordt in 1940, kort na de Duitse bezetting in het gedeelte van het park juist achter de bunker, toen beter gekend als "De Schelp" of "De kleine Vallei", met medeweten van de bezetter, een Amfitheater opgericht.

De schets hierboven geeft een vrij correct beeld van het park in de periode van de oorlogsjaren. (Schets: Collectie Gents Stadsarchief)

Gezien de vele verschillende Duitse eenheden en het type van eenheden, waren in de regio van de Leopoldkazerne en de bunker, heel wat Duitse officieren terug te vinden. Deze verkozen zeker niet permanent te verblijven in een bunker of kazerne als er in de directe omgeving zoveel grote herenhuizen waren te vinden. Al vrij snel werden in de buurt heel wat kamers, verdiepingen en soms zelfs gehele woningen opgeëist. De er wonende burgers dienden dan deze gebouwen of gebouwgedeeltes vrij te maken tegen een bepaald tijdstip waarna de Duitsers er bezit van namen. Hier was weinig protest of tegenspraak tegen mogelijk.

Wel gaven deze opeisingen een bijkomend probleem. Deze herenhuizen boden namelijk weinig veiligheid in geval van gevreesde geallieerde bombardementen. De Duitsers in de directe omgeving van het Citadelpark hadden dus nood aan schuilplaatsen om te kunnen schuilen tegen eventuele luchtaanvallen en bombardementen.

Hier alvast wat er allemaal bijkomend werd opgetrokken en ondertussen gekend is:

  • Restanten van Citadel in tuin klooster langs Kortrijksesteenweg

In deze tuin bevindt zich nog altijd een kapel waarin achteraan opnieuw nog 2 kleine gangetjes en een een kamertje te vinden zijn die ook origineel tot de Citadel van Gent behoorden. Deze kleine schuilplaats zal origineel verbonden hebben gezeten met de kelder van een gebouw langs de Willem Van Nassaustraat. Mogelijks waren daar zelfs verschillende kelders van herenhuizen onderling doorgeslagen zodat deze schuilplaats kon dienen voor meerdere bezette herenhuizen.

Linksboven: Detail van de kapel in de tuin van het voormalige klooster, heden een rusthuis langs de Kortrijksesteenweg met tuin tegen de Leopold II laan. Rechtsboven: de overgang van kapel naar oude Citadelrestant. Linksonder: Een van de 2 U-vormige gangetjes die beiden leiden naar dezelfde kleine ruimte. Rechtsonder: Detail van de enige kamer in de structuur.

  • Het Chalet Suisse

Bovenaan de heuvel waar heden de bunker ligt, korterbij het in het park aanwezige amfitheater, stond ooit dit drankenhuisje. Op enkele oudere foto's zie je het nog opduiken bovenaan de top van de heuvel.

Let op, dit is wel degelijk het Chalet Suisse en zeker niet het Chalet horende bij de bunker.

2 oudere schetsen van dit Chalet en een oude postkaart - alles Replica

De laatste foto dateert uit 1941 en toont het chalet verdoken in het park. Op basis van bovenstaand fotomateriaal zou de Leopold II laan op de achtergrond moeten liggen. De bunker in het Citadelpark en bijhorend chalet zouden dus rechts op deze foto moeten gezocht worden maar staan er niet op voor alle duidelijkheid. (Foto: Collectie Georges Antheunis)

Het gekende Chalet Suisse verloor door zijn locatie direct naast de bunker zijn toeristisch karakter omdat de Duitse bezetter vrij snel in zijn zoektocht naar schuilplaatsen uitkwam bij de als koele berging gebruikte oude kazemat van de Citadel van de Gentse Citadel nabij het Chalet Suisse. Deze kazemat maakte origineel deel uit van Ravelijn 5-1 van het originele Citadel. Van zodra deze kazemat effectief als Duitse schuilplaats werd uitgewerkt, werd het spergebied navenant mee uitgebreid en verloor het drankenhuisje ook meteen zijn publieke functie.

Detail van de toegang naar de schuilplaats nabij het Chalet Suisse. Dit leidde dus naar de oude kazemat van de Citadel die hier nog in de ondergrond stak. Wat u links achter de structuur ziet, zijn huizen langs de Leopold II laan. (Foto: Collectie Ghislain Mineur)

Hierboven alvast een schets van hoe deze ingang ter toen planmatig moet hebben uitgezien. Daarnaast een meer actuele foto waarbij je duidelijk ziet dat hier ooit een vrij stijle trap aanwezig was. (Schets: Collectie Ghislain Mineur).

  • Gangenstelsel tussen Chalet Suisse en Amfitheater

Schets van vermoedelijke situatie met aanwezige vermiste gangenstelsels door Ghislain Mineur

Dit betreft een gangenstelsel dat nog vrij laat in de Duitse bezetting werd aangelegd. Rond 15 juli 1944 maakt het verzet melding van het vaststellen van verschillende nieuwe uitgangen van schuilstructuren in het park tussen de bunker en het amfitheater.

Op de schets hierboven zie je zowel de combinatie van bunker, nabijgelegen restanten van de oude Citadel en een op dat moment vrij nieuw gangencomplex. Bovenstaand gangenstelsel zal vlot gebruik maken van deels nieuwe gangen, maar vooral ook nog bestaande restanten van wat nog overbleef (en ook nu nog wel zal bestaan) van de oude Citadel. Ook voor dit gangenstels zullen beiden namelijk permanent door elkaar lopen.

Volledig onderaan zie je

  • Het toegangschalet met trappengallerij
  • de bunker zelf met hierbij betrokken de kazemat met extra nooduitgang

Noordelijk van de bunker lag dan het Chalet Suisse met zijn koele ruimte, eveneens een kazemat van de oude Citadel.

Hier nog noordelijker vandaan lag het heden totaal vermiste gangenstelsel.

Hieronder nog eens uitvergroot en in detail dit mysterieus gangenstelsel

Een eerste in- en uitgang bevond zich dus letterlijk iets noordelijker van de toegang tot de schuilplaats onder het voormalige Chalet Suisse. Vanaf hier kwam je via een trap in een kleinere ruimte waarna je een kruispuntvan gangen bereikte.

Een van de weinige echte bewijsfoto's van het bestaan van dit gangenstelsel. We bevinden ons hier juist achter de bunker bij de ingang van dat gangenstelsel. Op de achtergrond ziet nog een toegangscomplex dat hierboven al werd vermeld en hoorde bij de kazemat onder het Chalet Suisse. Op de achtergrond zie je trouwens ook nog de kiosk in het park staan. (Foto: Collectie Ghislain Mineur)

Naar rechts kwam je via een gang tot beneden de heuvel in het park bij de Norbert Rousseaulaan waar een specifiek toegangscomplex moet hebben gestaan.

Als je op de kruising van het gangencomplex naar links ging, moet je bij een toegangscomplex uitgekomen hebben in het talud, aflopend naar het Amfitheater.

Vrij onduidelijk en voorlopig ook niet nog volledig uit te klaren waren dan volgende gedeeltes van deze gangenstructuur.

  • Langs de Leopold II laan, ter hoogte waar zich heden nog altijd een groene elektriciteitskabine bevindt, stond ook een dubbel toegangscomplex. Dit moet aangesloten hebben met een gang die ooit deel uitmaakte van de Ravelijn tussen bastion 5 en bastion 1. Helaas is heden onduidelijk hoe dit effectief was gelinkt met het eerder gemelde gedeelte van de schuilgangen.
  • Ook achteraan in het amfitheater, in wat ooit de orkestbak was, staan nog altijd de restanten van een sokkel waar ooit het beeld van de Griekse God Prometheus stond.
  • In deze sokkel stak 100% zeker ooit een metalen deurtje waarna je ook uitkwam in dit gangenstelsel. Helaas is het terrein hier ooit opgehoogd geweest en steekt dit deurtje zeker heden minimum nog 1 meter lager dan het huidige maaiveld in de orkestbak nu. Ook ontbreken alle details over aan welke zijde het deurtje te zoeken was.

Oude postkaart: Collectie Ghislain Mineur

Op onderstaande schets zie je de verschillende toegangscomplexen, zonder veel detail van de bijhorende gangenstelsels getekend. (Schets : Collectie G. Mineur)

Van zodra ook deze schuilgangen werden toegevoegd aan de Duitse structuren in het park, verruimde het spergebied automatisch ook tot voorbij het amfitheater in het park.

Buiten specifieke schuilplaatsen voor de in de buurt aanwezige Duitsers, werden er in en direct rond het park toch ook nogal wat publieke schuilplaatsen voorzien.

In de periode 1943 - 1944 werden er op Groot Gent heel wat publieke schuilplaatsen voorzien. Een oplijsting van wat toen werd voorzien kan gevonden worden op deze link op basis van een grote kaart met al de toen officieel gekende schuilplaatsen uit die periode. Hieronder alvast in detail wat daar in de buurt toen al was voorzien aan schuilstructuren voor de burgerbevolking. Op basis van de vorm en het bijhorende nummer, kan u bijkomende info vinden op de blauwe links.

(Kaart met schuilstructuren: Gents Stadsarchief)

Merkwaardig genoeg zijn er dus op 24 mei 1944 volgens onderstaand document in de nabijheid van het Citadelpark nog 4 extra eerder niet vermelde loopgraven uitgewerkt. Deze waren eveneens specifiek bedoeld voor de burgerbevolking en hadden zeker niet de bedoeling te dienen als schuilplaats voor de Duitsers in het park en de Leopoldkazerne. Wel moet ik u allicht wat teleurstellen met de kwaliteit van onderstaande scans die origineel blauwdrukken zijn en zeer licht getekend zodat ze heel moeilijk kopiëren en afdrukken, zoals u hieronder kan zien.

Een eerste zigzagstructuur werd gesitueerd op de hoek van Leopold II laan en Charles De Kerckhovelaan, op de hoek van het Citadelpark. Dit moet dichtbij de daar op dat moment gebouwde houten chalets zijn geweest.
Een tweede zigzagstructuur lag rechtover de Lamoraal van Egmontstraat aan de overzijde van de Leopold II laan op de rand van het Citadelpark.
Een derde zigzagstructuur lag rechtover de Hendrik Van Brederostraat aan de overzijde van de Leopold II laan op de rand van het Citadelpark.
Een 4e extra zigzag schuilstructuur moet gelegen hebben langs de Jaques de Lalainglaan. Dit is de huidige toegangsweg van het Citadelpark vanaf de zuidwestelijke hoek, heden nabij het standbeeld van Boudewijn. Deze moet dus effectief bijkomend gebouwd geweest zijn in het park.
(Bijkomend plan en schetsen van extra schuilstructuren in de nabijheid van het Citadelpark : Gents Stadsarchief)

Buiten bovenstaande structuren, werden ook de 3 rots-gewelven officieel beschouwd als schuilplaatsen voor het publiek bij luchtaanvallen. Men beschouwde dit als een publieke schuilplaats geschikt tot 350 personen. De overige restanten van bastion 5 bleven voorlopig op dat gebied onbenut.

(enkele Duitse soldaten voor de grottenstructuur in het park, anno de Duitse bezetting tijdens WO II - Foto: Replica)

Het spergebied breidde steeds mee uit als er meer structuren direct bij de functie van de bunker werden betrokken.

Een laatste uitbreiding zou het bouwen van een aantal opslagplaatsen voor munitie worden tussen de Charles De Kerckhovelaan en de kiosk. Dit gebeurde in houten barakken die ongeveer 2/3 onder het maaiveld staken. Men stapelde daarin de munitie (in dit geval vooral kogels en steelgranaten) tot op de hoogte van het maaiveld. Als er dan om een of andere reden iets foutliep en de boel ontplofte, ging er letterlijk het dak af. Door deze laatste uitbreiding van activiteiten in het park, bereikte het spergebied zijn grootste formaat.

Ook in het park werden nog wel wat structuren bijkomend door de Duitse bezetter in gebruik genomen.

  • Het Floraliënpaleis

Origineel hadden de Duitsers de bedoeling direct na de meidagen 40 het Floraliënpaleis te gebruiken als militair hospitaal, gekoppeld aan de slag om Engeland. Daarom werd er op het dak van dit paleizencomplex een rood-wit kruis aangebracht om de geallieerden duidelijk te maken dat zich daar een hospitaal bevond. Uiteindelijk is het rood-witte kruis de ganse bezetting op het dak blijven staan. Het hospitaal dat er normaal had bijgehoord, is er echter nooit gekomen.

Dit is een foto van het verzamelen van Belgische krijgsgevangenen in het Citadelpark te Gent. De krijgsgevangenen staan aan het toenmalige Azaleapaleis. Dit was een onderdeel van de grote Floralienhal die centraal in het Citadelpark stond. Allicht zijn dit manschappen van het 8e Regiment Hulptroepen 1e Bataljon 4e Compagnie die reeds waren gecapituleerd op 28 mei 1940 in Westende en dienden terug te trekken op Gent waar ter hoogte van het Citadelpark officieren en manschappen werden gescheiden om in krijgsgevangenschap te gaan (Oude foto: Replica)

Op Gents grondgebied waren er toen 2 militaire hospitalen (lazaretten), namelijk de Bijloke dat gelijktijdig ook een burgerlijk hospitaal bleef maar onder Duits toezicht kwam te staan en het hospitaal in de oude Triestkazerne ter hoogte van Ekkergem. Dit laatste werd door de Duitsers vrij specifiek gebruikt voor de verzorging van bv zware brandwonden. Dit was zeker het geval bij de slag om England toen ontzettend veel zwaar gewonde Duitsers vanuit Frankrijk met camions naar hier werden afgevoerd bij gebrek aan de nodige hospitalen ter plaatse. Er zijn getuigenissen gekend van camions die binnenreden met heel zwaar verbrande soldaten, huilend van de pijn van hun verwondingen.

Links: Bijlokehospitaal (Foto: Replica) - Rechts: Duitse bewakers aan de toegang van het toenmalige Duitse hospitaal in de Triestkazerne te Ekkergem (foto: Collectie Georges Antheunis)
  • De kazematten van Bastion 4

Zicht op kazematten van Bastion 4, vrij kort voor hun sloop in 1949-1950. (Foto: Collectie Van Wesemael)

Deze kazematten (gesloopt in 1949 - 1950) zijn tijdens de bezetting gebruikt voor de tijdelijke opslag van goederen bedoeld voor het front. Van hieruit werden ze dan doorgevoerd naar waar ze nodig waren. Wat hier werd opgeslagen was zeer uitgebreid. Dit omvatte allerlei materialen zoals autobanden, steenkool, kleine houten meubelen, keukengerei zoals bv bestekken, borden, sauspannen, koffietassen, glazen,...Heel vaak waren dit goederen die waren opgeslagen in houten kisten. Om de in de kisten aanwezige goederen te beschermen tegen transportschade, waren deze kisten door de band verder mee opgevuld met houtschavelingen.

Bovenstaande schets geeft ons een idee van het Spergebied. De schets is volledig gebaseerd op herinneringen van Mr Ghislain Mineur. Eerst was het spergebied letterlijk beperkt tot de zone direct rond de bunker. Door het in gebruik nemen van de kazemat achter de bunker, breidde dit Spergebied al snel uit tot gans de bovenkant van de heuvel, inclusief het Chalet Suisse. Nog later werd het ganse pas in '40 aangelegde amfitheater mee ingenomen. In een laatse fase werd de zone nog eens uitgebreid tussen de kiosk en de Charles De Kerckhovelaan omwille van de munitieopslag die daar nog gebeurde.

Op de schets ziet u ook nog duidelijk de lokatie van het Floraliënpaleis dat werd ingenomen onder het mom van een hospitaal. De lokatie van het rode kruis op het dak werd ook aangeduid. Achter het feestpaleis zie je ook nog de restanten van Bastion 4 die gebruikt werden als stapelruimte door de Duitse bezetter.

Gekende situatie van de bunker tijdens de Duitse bezetting en de zeker door hen gedane kleine aanpassingen

De bunker onderging in deze bezettingsperiode gegarandeerd een aantal aanpassingen. Alleen is het zeer moeilijk nog te achterhalen wat er juist onder Duits toedoen werd aangepast of gewijzigd. Ook vind je van deze periode geen detailplannen terug. Als deze er al zouden zijn, zouden ze nog in Duitse archieven moeten zitten. Helaas is de kans veel groter dat ze ooit zijn verbrand of vernietigd.

  • Een eerste duidelijk direct zichtbare aanpassing was het toegangschalet. Dit werd tijdens de Duitse bezetting zeker 3x zo groot als het origineel was. (Schets: Ghislain Mineur)
  • Het originele Belgische concept was enkel het linker gedeelte van bovenstaande tekening.
  • Intern werd zeker de verlichting, verluchting en verwarming aangepast naar de standaardsystemen hiervoor van toepassing van Duitse kant. Wat deze verschillen inhielden, is heden nog een mysterie.
  • Een niet bevesitgd scenario dat ikzelf wat betwijfel, is dat reeds in 1941 de benzinestroomgroep zou van achteraan de bunker verhuisd zijn naar de kazemat "voor" de bunker, onderaan de trappenhall. Het zwakke in dat scenario is dat de bunker grotendeels hierdoor zijn gasdicht karakter zou hebben verloren, waar de Duitsers op dat moment toch wel hard aan tilden. Allicht is die verhuis dan ook effectief wel te koppelen aan de bunker zijn na-oorlogs verleden.
  • Wel dateert 100% zeker uit die periode het toevoegen van een verluchtingsschacht naar deze kazemat voor de toegang van de eigenlijke bunker. Deze werd bijkomend ook uitgewerkt als een extra nooduigang bij de bunker. Deze aanpassing dateert zeker van rond 1941.

Bovenaan links: Foto van deze nooduitgang van rond 1941. Op de achtergrond zie je trouwens ook allicht nog enkele van de "oude" schouwen bij de bunker (Foto: Collectie Gents Stadsarchief) - Bovenaan rechts: De nooduitgang zoals hij te zien is achteraan het chalet. Onderaan: 2 zichten op deze nooduitgang, de eerste is van beneden naar boven gekeken. De tweede van boven naar beneden gekeken.

  • De schets hieronder van de hand van Ghislain Mineur zal de bunker tonen zoals hij ongeveer in 1941 zal geweest zijn ten tijde van de Duitse bezetting.
  • Linksboven zie je het toegangschalet dat zoals al gemeld, zeker 3x zo groot werd.
  • De kazemat aansluitend aan de bunker (vóór de bunker zelf, aan het trappencomplex) wordt achteraan voorzien van een extra nooduitgang. Tussen deze kazemat en de bunker zelf bevindt zich een eerste schouw. Deze kan heden nog teruggevonden worden achter het chalet. Dit was toen 1 van 2 schouwen die verse lucht in de bunker bracht. De tweede schouw met dezelfde functie lag toen op gelijke hoogte in het talud tegen het Theodoor Canneelpad. Dit schouwtje zal bij het gebruik van de bunker altijd een luchtinlaat blijven.
  • Volledig aan de achterzijde van de bunker bevond zich ook toen al de grote schouw juist naast de wegel richting amfitheater. Dit was altijd al een luchtuitlaat van vuile lucht.
  • Ter hoogte van de ruimte voor de pompen en de stroomgroep (2 ruimtes rechts getekend) zaten nog 2 uitlaten. Ter hoogte van de pompenkamer zat de schouw waar ook de vuile lucht van de benzinestroomgroep in uitkwam. Meer naar rechts nog een uitlaatschouw. Hier in de buurt komt ook origineel de netstroom binnen in de bunker.
  • Hoe de verwarming en de electriciteit werd geregeld in de bunker in de periode van de Duitse bezetting is amper info over te vinden. Dat dit niet meer identiek was met het Belgische concept staat allicht wel vast.
  • Niet gekoppeld aan de bunker (dus volledig gescheiden), lag de kazemat die als schuilplaats werd gebruikt en origineel deel uitmaakte als koele ruimte van het Chalet Suisse. Er moet hier toen ook nog een gedeelte van een smalle gang aan gekoppeld gezeten hebben die tevens ook een ventillatie van deze ruimte bevatte. De toegang tot deze ruimte zat ten tijde dat deze kazemat werd gebruikt door het Chalet Suisse aan een deurgat dat origineel ook deel uitmaakte van de originele Citadel.
  • Tijdens de Duitse bezetting zal de structuur een toegang krijgen aan de achterzijde met bijhorend het typisch uitzicht van een bakstenen toegangscomplex voor een schuilstructuur.

De bevrijding van het Citadelpark

Op 27 augustus 1944 namen de Duitse eenheden gekoppeld aan de FLUKO en FLUWA de benen omwille van oprukkende geallieerde troepen.

Er was in gans Gent ondertussen al dagenlang een doortrekken bezig van vaak heel vermoeide groepen Duitse soldaten komende uit Frankrijk. Ze waren gepakt en gezakt en trokken door in noordelijke richting met alles wat kon rijden. Heel vaak waren dit bij Franse boeren opgeëiste karren en paarden. Ze waren dus wel degelijk op de vlucht voor de geallieerde bevrijders die dichterbij bleken te komen.

Op 31 augustus 1944 vluchten ook de laatste nog aanwezige Grijze Muizen weg van hun onderkomen op de Charles De Kerckhovelaan.

Op vrijdag 1 september 1944 blijkt de stad nog meer overrompeld met wegtrekkende Duitse troepen. Allicht passeerde nu de achterhoede van de eenheden die ondertussen al enkele dagen door Gent aan het proberen wegkomen waren.

Op zaterdag 2 september 1944 om 15u30 probeert de Witte Brigade (het verzet) het op dat moment nog niet officieel verlaten Citadelpark in handen te krijgen. Ze doen hierbij een gewapende aanval waarbij een mitrailleurploeg met Bren-gun vanaf Café De Karper de Laurent Delvauxstraat richting Leopold-kazerne onder vuur hield. Overige verzetslieden vielen het Casino Royal (deel van Floraliënhallen) aan maar uiteindelijk bloedt de aanval tegen 17u30 dood en dienen ze zich allen terug te trekken.

Ondanks de verminderde Duitse aanwezigheid ondertussen, weten de nog aanwezige Duitsers de aanval van het verzet af te slaan. Het zal er enkel toe leiden dat de Duitsers die nog achtergebleven waren nog meer pissed dan voorheen zullen proberen de laatste sporen van hun Duitse aanwezigheid in het park uit te wissen.

Op zondag 3 september 1944 starten de nog achtergebleven Duitsers in het park een ware vernielingsronde. De vernielingen gebeuren vooral door het in brand steken van structuren en gebouwen in het park..

De Duitsers steken een aantal gedeeltes van het Floraliënpaleis in brand. Dit is alvast zo voor het Azaleapaleis, het toenmalige kuipke (vroegere grote verwarmde serre) en een gedeelte van de grote hal.

Op deze dag worden alvast ook de 2 houten chalets nabij de Charles De Kerckhovelaan in brand gestoken.

Ook de houten structuren tussen Charles De Kerckhovelaan en kiosk, gebruikt voor munitie-opslag worden vernield. Dit laatste zou in totaal anderhalve dag duren. Het betrof vooral het verbranden van overtollige Duitse munitie en granaten. Bij deze vernielingen gaan alvast 4 oude bomen in het park definitief verloren.

Schets van de hand van Mr Ghislain Mineur die deze periode effectief als jong kind meemaakte. Je ziet duidelijk linksboven de locatie waar de munitie anderhalve dag lang werd vernietigd in het park, hoofdzakelijk door in brand steken. Je ziet ook waar ooit de 2 houten barakken stonden voor opslag van deze munitie tegen de Charles De Kerckhovelaan. Aan de overzijde van deze laan zie je de Leopold II kazerne met rechtover de houten munitie-opslag het gebouw tot kort daarvoor bezet door de Grijze Muizen. Rechts benadrukt het torentje waar ooit 4 radars opstonden.

Het Chalet Suisse gaat rond deze periode ook in de vlammen op en wordt hierbij totaal vernield. Het is sindsdien niet meer heropgebouwd en zal ook nadien voor goed uit het parkzicht verdwijnen.

De ondergrondse bunker werd eveneens onbruikbaar gemaakt. Voor de bunker betekende dit dat men er niet beter op gevonden had de benzinevoorraad van de benzine-stroomgroep uit te gieten over de linoleum vloerbekleding. De gepantserde deuren van de bunker werden beneden op kieren gezet (10 tal cm open) waarna de bunker intern in brand werd gestoken. Hierbij is de bunker intern grotendeels uitgebrand. Ook werden van buitenaf de verluchtingsschouwen gedynamiteerd en vernield.

Het toegangschalet van de bunker onderging hetzelfde lot als het Chalet Suisse en ging eveneens in de vlammen op.

Hierbij een 5 tal unieke foto's van het uitgebrande toegangschalet van de bunker. De bovenste foto toont de voorzijde van het chalet. Het originele kleine Belgische chalet herken je nog volledig links. De 2e puntgevel rechts, is het bijgebouwde gedeelte van het chalet. De 2e rij toont details van beide gedeeltes. Onderaan links de rechter zijmuur van het chalet. Onderaan rechts is de achterzijde van het uitgebrande chalet. (Foto's: Collectie Ghislain Mineur)

Alle toegangscomplexen van het gangenstelsel tussen bunker en Amfitheater werden in brand gestoken en allicht zelfs in de mate van het mogelijke gedynamiteerd om verder gebruik van de structuur onmogelijk te maken.

Terwijl de Duitsers in feite nog massaal vernielingen aan het aanrichten zijn, begint de Gentse bevolking uit de buurt van het park, massaal te plunderen in dit park. Ze laten hierbij vooral het oog vallen op de volgepropte restanten van Bastion 4. Deze berging van goederen origineel bestemd voor het verdere Duitse front werden letterlijk door de bevolking geplunderd terwijl de Duitsers voor de rest nog massaal vernielingsopdrachten aan het uitvoeren waren in het park. Allicht ontbraken hen de manschappen om dit te proberen stoppen maar het mag in elk geval een meer dan risicovolle beslissing van de bevolking genoemd worden.

Enkele voorbeelden van het klassieke goederen in porselein zoals alvast ooit hier opgeslagen. Wat steeds aanwezig was, was het merkteken van de adelaar boven een hakenkruis. Daaronder stond dan door de band een jaartal alsook bij bv serviesstukken het merk Bavaria en een kroontje. Klassiek waren de vierkante borden en de soepkommetjes met wolvenkopjes. (Foto's en objecten: collectie Naudts, De Tollenare, Billen)

Op dinsdag 5 september 1944 stak de Duitse bezetter het gedeelte van het Floraliënpaleis in brand dat altijd tijdens de bezetting verstoken bleef als een hospitaal. Het Floraliënpaleis en specifiek ook het Azaleapaleis lopen hierbij zeer zware schade op.

Bij de bluswerken aan het Floraliënpaleis werd ontdekt dat het paleis nooit een hospitaalfunctie had gehad maar dienst deed als bergplaats van oorlogsschatten van de lokale bezetter. Zo stonden er 3 Parijse stadsautobussen met de specifieke ronde radiatoren en een opstapplatform achteraan de bus. 2 ervan was men blijkbaar bezig aan het restaureren en ze waren ondertussen deels ontmanteld en onvolledig. Daarnaast stonden er ook nog massa's voor die tijd opgeëiste dure auto's en camions. Er was blijkbaar ook door de vertrekkende Duitsers hier al vooraf flink geplunderd. De meeste gestockeerde materiaal ging echter samen met een gedeelte van het paleis mee op in de vlammen. Hier zouden foto's moeten van bestaan in het archief van de Gentse brandweer. Helaas kreeg ik ze tot op heden nog niet te vatten.

Op woensdag 6 september 1944 tussen 14u en 14u30 bereiken de eerste geallieerde bevrijders vanuit de Laurent Delvauxstraat het Citadelpark. Al vrij snel kon het ganse centrum van Gent worden ingepalmd omdat dit van Duitse kant totaal verlaten was en niet werd verdedigd.

Links: Letterlijk het eerste geallieerde pantservoertuig dat het Citadelpark aankomt. We zien het hier aankomen aan de kruising van de Charles De Kerckhovelaan en de Laurent Delvauxstraat (Collectie G. Mineur) - Rechts: Britse bevrijders aan de Leopoldkazerne (Collectie Gents Stadsarchief)

Al vrij snel zouden Britse troepen zich onder andere vestigen in het Lyceum aan de Kortrijksesteenweg. Hun commando bevond zich heel wat verder in een luxe appartement aan de Kouter en in een groot Herenhuis langs de Leopold II laan tussen de Marnixstraat en de Nassaustraat.

Op 9 september 1944 arriveerden ter hoogte van de Leopold II laan en de Fortlaan heel wat tanks en voertuigen van vooral Poolse eenheden. het zullen deze eenheden zijn die de komende dagen de strijd zouden dienen aan te binden met nog hevige Duitse weerstand nabij Mariakerke en Wondelgem die nog stevig in Duitse handen waren.

Ondanks dat de stad Gent op zich was bevrijd, viel ze toch vanaf 7 september 1944 om 20u30 nog altijd ten prooi aan Duits artilleriegeschut. Deze beschietingen kwamen in het begin uit de richting van Wondelgem en Mariakerke. Daar bevond zich op dat moment nog altijd een Duits commandocentrum voor de regio. Door hen nog gebruikt 105 mm artilleriegeschut nabij Wondelgem - Staaksken vuurde dagelijks mee op deze regio. Deze zone zou de dagen nadien nog hardnekkig door deze Duitse eenheden verdedigd worden tegen Poolse bevrijders. Dit betrof eenheden van het Duitse 1018 Infanterie Regiment. Meer details op deze link.

Dit zou tot gevolg hebben dat zeer specifiek het Citadelpark nog tot 17 september 1944 zo goed als elke avond een artilleriebeschieting te verwerken zou krijgen. Buiten het reeds vermelde 105 mm geschut gebeurde dit ook met 3 spoorwegkanonnen waarvan er 1 in de buurt van de wijk Blommekens te Sleidinge stond. De 2 andere artilleriestukken werden vrij continu tussendoor verplaatst tussen Waarschoot en Sleidinge. De 2 telkens verplaatste spoorwegkanonnen waren van het kaliber 170 mm. Het vast opgestelde stuk geschut te Sleidinge was het zwaarste. Dit was 283 mm geschut.

Het zwaarste stuk geschut dat eerst in Sleidinge bleef, werd uiteindelijk ook verplaatst maar sukkelde op een verkeerd spoor waardoor het verplicht richting Rieme - Zelzate diende te verhuizen. Dit zware stuk spoorweggeschut stond bekend als type "Kurze Bruno". Dit zeer zware artilleriestuk verschoot obussen met een diameter van 28,3 cm en een gewicht van 240 kg. Deze konden worden afgevuurd tot op een afstand van 29.5 km. Het stuk geschut zou uiteindelijk door de Duitsers tussen Rieme en Zelzate worden achtergelaten met als hoofdreden het ontbreken van verse munitie.

Het achtergelaten stuk spoorweggeschut van het type Kurze Bruno zoals teruggevonden tussen Rieme en Zelzate (Foto: Replica)

Waarom dit geschut dan dagen lang specifiek dit Citadelpark viseerde, is tot op heden nog altijd onduidelijk. Het betrof ook niet het ganse park. Wat werd geviseerd was specifiek de zone van de bunker tot het amfitheater. Wou men op die manier de bunker uitschakelen (weinig waarschijnlijk gezien zijn locatie en structuur) of viseerde men specifiek om een onduidelijke reden de nog altijd vermiste schuilstructuren. Deze schuilstructuren zouden trouwens hierbij wel degelijk enkele treffers te verwerken krijgen, net zoals de directe straten rondom het park zoals de Marnix- en de Nassaustraat.

Links: Schade in de Marnixstraat door deze dagenlange avondlijke beschietingen (Foto: Replica) - Rechts: actueel gelijkaardig zicht nu.

De beschietingen gebeurden dus steeds 's avonds en 's nachts tussen 20u en 6u in de ochtend. De ergste beschietingen vonden plaats in de nacht van 9 op 10 september 1944. Er was toen schade te betreuren in de Leopoldlaan, Nassaustraat (foto hierboven) en nabij de Leopoldkazerne. Mogelijks was dit ook te koppelen aan de op dat moment gesignaleerde Poolse Pantsereenheden die op dat moment nabij het Citadelpark aan het verzamelen waren als voorbereiding op het bevrijden van Wondelgem en Mariakerke.

In het begin gebeurden deze beschietingen vanuit de buurt van Sleidinge en Waarschoot. Van zodra ook Wondelgem en Mariakerke van Duitse kant vielen op 13 september 1944, verplaatste dit geschut zich meer in de richting van Waarschoot en Eeklo maar de dagelijkse beschietingen bleven duren. In dat geval nog enkel uitgevoerd met de op dat moment nog aanwezige 2 zware stukken spoorweggeschut van 170 mm.

De beschietingen zouden uiteindelijk aan 118 burgers het leven kosten nadat ze eigenlijk dachten bevrijd te zijn. In totaal zouden door de beschietingen 35 woningen totaal vernield worden, 1342 gebouwen geraakten beperkt beschadigd.

Ook nog een direct gevolg van deze beschietingen was het definitief uit het stadspark verdwijnen van het standbeeld van de Griekste God Prometheus. Dit standbeeld was al beschadigd geraakt in de meidagen 40 en werd toen verplaatst in de buurt van het Chalet Suisse. Bij de beschietingen van het park in september 1944 kwam het nog eens in het middelpunt van de beschietingen te staan en werd het nog eens bijkomend zeer zwaar beschadigd. Het beeld werd op die wijze nog gespot door mensen uit de buurt. Kort nadien is het beschadigde beeld alvast definitief uit het park verwijderd en vrij mysterieus verdwenen.

Het toegangscomplex achter het Chalet Suisse en tussen Leopold II-laan en Amfitheater moet in elk geval voor de Duitse bezetter belangrijk genoeg geweest zijn gezien dit toch ook deel uitmaakte van het 10 dagen lang na de bevrijding nog beschoten gedeelte in het park. Blijkbaar was men toch bang dat de structuren materiaal zouden bevatten waarvan men liever niet van had dat ze in geallieerde handen zouden vallen.

Een unieke foto van het deels vernielde toegangscomplex tot de schuilstructuur tussen bunker en amfitheater. Dit is het complex langs de Leopold II laan. Dit stond dus waar heden nog altijd een groene elektriciteitskabine staat. (Foto: Stadsarchief Gent)

Begin 1945 werden de van brand gespaard gebleven gedeeltes van het Floraliënpaleis afgesloten voor het grote publiek. Dagen aan een stuk arriveerde hier de ene camion na de andere voor het lossen van allerlei hulpgoederen zoals conserven, kleren, zeep,... die hier tijdelijk werden gestapeld. De locatie werd op dat moment namelijk uitgebouwd als opslagplaats voor proviand voor de geallieerde bevrijders die doortrokken richting Duitsland.

Na de brand zijn de bunker en het toegangschalet totaal uitgebrand blijven staan in het park. Pas enkele jaren nadien, 1947 om juist te zijn, zijn beiden gerenoveerd en opnieuw in gebruik genomen door de Belgische Civiele bescherming.

Graag had ik bij deze onderstaande diensten willen danken voor het mogelijk maken van deze reportage:

  • Mr Ghislain Mineur die hier heel wat info in liet verwerken van zaken die hij in het park nog zelf heeft gezien als kleine jongen (toen in 1944, 11 jaar oud) en zijn zeer vlotte samenwerking als het gaat over het beschikbaar stellen van waardevolle documentatie. Beschouw dit artikel als een vorm van respect aan uw opzoekingswerk Ghislain (+).
  • De diensten Stadsarcheologie en Stadsarchief, beiden gevestigd in "De Zwarte Doos", Dulle Grietlaan 12, 9050 Gentbrugge voor het ter beschikking stellen van de originele kaarten, schetsen en afbeeldingen.
  • Bijkomende bron voor de geschiedkundige uitleg: Buskruit en Sauerkraut - Oorlogsbronnen in de Zwarte Doos (20e eeuw) - Materiële oorlogsbronnen in Gent p110-111 : G. Antheunis, M.C. Laleman)
  • Heemkundig Tijdschrift Ghendtsche Tydinghen - 49e jaargang - nr 3 van mei - juni 2020 - Oorlogsherinnteringen (1940-1944) van een broekventje in en rond het Citadelpark (Ghislain Mineur - Georges Antheunis).
  • Peter Taghon voor zeer waardevol aanvullend fotomateriaal en inzichten.
  • De Gentse Groendienst voor hun vlotte medewerking.